Wir sind eine offizielle und preisgekrönte Präparatorenfirma

Dromen over dode dieren

Dromen over dode dieren

Een vos hangt aan het plafond met speldjes in zijn wang, twee tarantula's liggen als een stuk kaas te drogen op het bureau, niet al te ver van een kanarie die met zijn pootjes in de lucht op de tafel ligt gespreid. Om de hoek staat een bisonkalfje verstopt tegenover een zebrakop die vergezeld wordt door een pingui?n en een aasgier. Het gaat hier niet om een macabere dierentuin, het gaat hier om de werkplaats van de Museumwinkel.

De Museumwinkel is een winkel in Nijmegen die in 2010 is opgericht door taxidermist Erwin van Zoelen. Wat normaal alleen te bewonderen is in een museum, wordt hier verkocht aan iedereen die op zoek is naar een uniek cadeautje. Een opgezette tijger, een mensenschedel, een papegaai of iets laagdrempeligers zoals een vlinder alles heeft hier een prijskaartje. En alles wordt in de winkel zelf geprepareerd door een team van enthousiaste taxidermisten.

De werkplaats achterin de winkel staat vol met dieren die net zijn geprepareerd, nog geprepareerd moeten worden en met kopjes koffie van degenen die hier met veel passie de dieren een tweede "leven" geven. De geur van conserveringsmiddelen vult de ruimte en in combinatie met schorpioenen op tafel en malletjes van hazen aan het plafond, stapt men in een curieuze ruimte die een ieders morbide nieuwsgierigheid tevreden stelt.

Rick Way, gespecialiseerd in het opzetten van vogels en Nederlands kampioen prepareren, neemt aan zijn bureau een ijsvogel onder handen. Zijn bureau staat vol met potjes gevuld met looistoffen, speldjes en kleine veertjes. Op een schapje boven hem ligt een bruin, zacht hoopje. "Dat is een kiwi! Die moeten we nog een keer opknappen", legt hij uit. Waar men bij een conventioneel bureau mogelijk zou denken dat het om een stukje fruit gaat, gaat het in dit geval om een vogel - het bureau van Rick is dan ook alles behalve conventioneel. Hij houdt de eerder genoemde ijsvogel tegen het licht en kijkt met een lach naar het beestje. "Die is tegen een raam gevolgen in Nijmegen, geloof ik. Deze vogels zien geen weerspiegeling, waardoor ze goed in het water kunnen duiken. Dan komt het helaas nog wel eens voor dat ze tegen het raam vliegen. Of ja, helaas voor de vogeltjes, niet voor ons."


De fascinatie voor het vak van de taxidermie begon al toen Rick nog niet eens zijn basisschoolcarrie?re had afgerond. "Ik was een jaar of acht toen ik van Sinterklaas een watersnip kreeg. Zo zie je dat zelfs de goede Sint wist dat ik van dode dieren hield en toen was eigenlijk het hek een beetje van de dam." Rick frummelt met het ogenschijnlijk tengere huidje van de ijsvogel en neemt het mee naar de "natte ruimte". In principe een soort van keuken waar de dieren schoon worden gemaakt. In plaats van potjes, pannetjes en broodmanden is deze keuken uitgerust met hondenschedels en vossenstaartjes.

"Op mijn tiende ging ik samen met een basisschoolvriendje vaak op pad om alles wat langs de weg lag mee te nemen om het dan vervolgens proberen op te zetten. Toen begon mijn leven als taxidermist eigenlijk", grinnikt Rick. "Dan heb je nog weinig kennis van stoffen en gaat alles veel sneller rotten, waardoor de werkkamer nog wel eens ging stinken. Maar later leer je de dieren beter kennen en dat gaat alles veel soepeler." De ijsvogelhuid wordt in een bakje met zeep ondergedompeld waar hij vervolgens wordt achtergelaten om even te weken. Met de ingewanden van het vogeltje in zijn hand, loopt Rick terug naar zijn bureau.

Wesley Kevenaar, specialist in zoogdieren, komt binnen. "Nou, dat bedje lag vanochtend wel erg lekker!", deelt hij mee en hij gaat meteen aan de slag met de kop van een penceelzwijntje. Hij houdt de maskerachtige hoofdhuid omhoog. "Mooie kleur wel. Maar hij is nog wel een beetje vies. Er is nog flink wat werk aan de winkel."

"Iedereen doet hier eigenlijk zijn eigen ding", vertelt Rick. "Iedereen heeft zijn eigen specialisatie en iedereen drukt zijn eigen stempel op zijn werk. Net zoals met een kunstenaar kan je bij de dieren altijd wel zien wie hem heeft geprepareerd."


En hoewel Rick kunstenaars met taxidermisten vergelijkt, ziet hij zichzelf niet als kunstenaar. "Ik ben wel echt een vakman, ik wijk namelijk niet af van de vorm van het basisproduct. En eigenlijk is het ook gewoon een heel gek vak; je haalt iets helemaal uit elkaar en zet het dan vervolgens weer helemaal in elkaar", legt Rick uit terwijl hij de vorm van het lichaam van het onfortuinlijke vogeltje nabootst uit een stuk piepschuim. Hij knipt het nekje van het lichaam af; "even voor het gemak." Met een mesje snijdt Rick heel secuur een vorm uit het piepschuim dat steeds meer begint te lijken op het basisproduct. Hoe gedetailleerder hij te werk gaat, hoe harder hij begint fronsen en hoe dichter hij het stukje piepschuim bij zijn bril houdt. "Zie je?", hij houdt het blauwe, piepschuim lichaampje voor zich uit, naast het origineel en lacht. "Niet verkeerd toch?"

Hij loopt met het vormpje weer richting de natte kamer, waar het huidje van de vogel inmiddels helemaal is geweekt zodat overgebleven vuil, vet en bloed gee?limineerd is. Rick pakt de gebadderde overblijfselen van het vogeltje uit het bakje water, wikkelt het in een handdoek en gooit het in de droger. Een dag uit het leven van een taxidermist is alles behalve gewoontjes. En zoals Rick alleen maar kan beamen, is het werk afwisselender dan menig ander werk. "Preparateurs zijn jarenlang verguisd omdat ze zogenaamd funest zouden zijn voor het voortbestaan van dieren dat is natuurlijk onzin. Alles wat hier binnenkomt, is al dood. Er zijn zoveel mogelijkheden voor dieren die dood zijn, waarom zou je de kansen dan niet benutten en er meer mee doen?"

Rick haalt de handdoek uit de droger en loopt met het frisse vogeltje terug naar zijn bureau. "Het is natuurlijk een kwestie van smaak. De een houdt van de Nachtwacht, de ander hecht meer waarde aan een opgezette ijsvogel. De vooroordelen worden gelukkig steeds minder. Mensen gaan steeds meer inzien dat de dood ook gewoon bij het leven hoort." Alsof hij net een duik heeft genomen voor een stukje vis, wordt de vochtige ijsvogel uit de handdoek gewikkeld. "Nu ziet hij er nog een beetje flets uit, maar dat gaan we meteen fixen." Met een tandenborstel begint Rick het beestje te strelen, terwijl het lijkt alsof een fo?hn het dode dier weer een tweede leven inblaast. Eenmaal droog, glanzen de 

smaragdgroene vleugeltjes weer zoals ze er waarschijnlijk uit hebben gezien toen het dier nog vrolijk rondfladderde. Met een kwastje past Rick een wit poeder toe. Geen speciaal, chemisch conserveringsmiddeltje "gewoon aardappelmeel; dan droogt het goed en mooi op." Rick pakt het eerder gevormde malletje en gewapend met een lijmpistool schiet hij het schedeltje wel het originele skelet vol met lijm. Vervolgens trekt hij de vogelhuid om het piepschuim. "Alsof het ervoor gemaakt is", zegt de taxidermist met een lachje. "Wat een grapjas is het!", roept Wesley vanaf zijn bureau. "Eerder hebben we het vogeltje schoongemaakt met antimotmiddel en nu gaan we de juiste conserveringsmiddelen toepassen. We willen natuurlijk niet dat er nog beestjes inkruipen of dat er iets gaat bederven. Als je het goed doet, dan kan een opgezet dier wel 125 tot 150 jaar meegaan."

Nu kan Rick eindelijk even een koffiepauze nemen. Met een ijsvogel, een klein diertje, is hij toch nog wel een hele dag bezig. Niet te vergelijken met bijvoorbeeld een leeuw, waar het team soms wel een week de tijd voor nodig heeft. "Je wordt natuurlijk steeds sneller en handiger. Hoe meer je opzet, hoe beter je weet waar alle gewrichten zitten en waar je moet snijden." En in zijn vrije tijd heeft Rick ook genoeg tijd om te oefenen. Als iemand die na zijn werk eigenlijk meteen weer aan de werktafel op zijn eigen zolderkamer gaat zitten, heeft Rick van zijn passie werkelijk zijn baan kunnen maken. "Thuis heb ik mijn eigen, persoonlijke werkkamer waar ik hobbymatig mijn huis kan vullen met dode dieren. En het hele huis loopt, of beter gezegd, vliegt vol. Taxidermie houdt voor mij eigenlijk nooit op. Ik droom minstens e?e?n keer in de week over dode dieren."

Rick Way en de rest van het Museumwinkelteam bestaat niet uit mensen zoals de moordlustige Norman Bates uit de Alfed Hitchcock-film Psycho al was dat volgens Rick wel een hele goede preparateur; "daar hebben mensen het dan weer niet zo vaak over." Het team bestaat uit vrolijke taxidermisten die met een glimlach op hun gezicht te werk gaan om de dieren zo lang mogelijk te conserveren en om de geschiedenis weer naar het heden te brengen. Mensen met passie voor hun vak, liefde voor dieren zowel levend als dood en liefde voor elkaar. Of het nou een ijsvogel is of een tijger, niets is te groot of te klein voor deze winkel. En zo nu en dan hebben mensen nog wel eens stigma's met betrekking tot het vak en de mensen die het vak beoefenen, maar zoals Rick aangeeft: "daar lopen wij niet voor weg!"

Geschreven en gefotografeerd door Thomas Overdijk


blog id: 81